Zonder op enig moment respectloos te worden, moeten we religieuze als seculiere gelijkhebberij lichtvoetig kunnen behandelen.
De religiejournalistiek dient over religie te berichten op een wijze en in een taal die door iedereen – zowel door religieuzen als seculieren – kan worden verstaan. Religieuze taal is nu eenmaal niet voor iedereen gesneden koek. Begrijpelijke berichtgeving die in staat is om te binden, beperkt zich dan ook niet tot ofwel het seculiere, ofwel het religieuze volksdeel. Daar waar deze beide elkaar tegenkomen is het van groot belang om lichtvoetigheid en soms ook humor in te brengen, als tegenwicht voor de ernstige, vaak zwaarmoedige en onheilspellende toon waarmee de clash tussen ‘geloof en ongeloof’ wordt belicht. Zonder op enig moment respectloos te worden, moeten we daarbij zowel religieuze als seculiere gelijkhebberij lichtvoetig kunnen behandelen.
Angst voor represailles weerhoudt de journalist hier soms van. Dit is een ernstige bedreiging van onze vrijheid om de dynamiek van religieuze en seculiere confrontaties grondig te belichten. Het enige wat we hiertegen in stelling kunnen brengen is een principiële, moedige opstelling.